CBS positief over tweede generatie migranten in Nederland: 'Bijna alles gaat de goede kant op'
De integratie van Nederlanders met een migratieachtergrond is mislukt, zo zei Dick Schoof de afgelopen tijd meerdere malen. T贸ch krijgen steeds meer jongeren met een migratieachtergrond in groep 8 een havo- of vwo-advies. Dat blijkt uit cijfers van het CBS die vandaag zijn gepresenteerd. In het rapport concluderen de rekenmeesters van het statistiekbureau dat de positie van tweede generatie migranten in Nederland in de hele breedte in de lift zit.
Dat is goed nieuws. Hoe beter het met de mensen in Nederland gaat, hoe beter het met Nederland gaat. Immers: hoe beter de sociaal-economische positie van mensen, hoe kleiner de noodzaak is om op een manier aan centen te komen waar niemand op zit te wachten. Het CBS schrijft dat vrijwel alles voor de tweede generatie migranten de goede kant op gaat.
Ze stromen door naar betere opleidingen dan de eerste generatie, hebben betere banen, de werkloosheid daalt, er wordt minder gebruikgemaakt van uitkeringen. En ga zo maar door. Er is nog wel sprake van een gat in vergelijking met de totale bevolking, maar volgens het CBS groeit dat gat snel dicht. Vooral de afgelopen vijf jaar zijn er grote stappen gezet.
Ook interessant is het verschil tussen de tweede en derde en vierde generatie migranten in Nederland. De derde en vierde generatie zijn met opzet niet meegenomen in het onderzoek. Het CBS stelt namelijk dat deze groepen al te veel zijn samengesmolten met andere bevolkingsgroepen om nog van migratie te kunnen spreken. Een woordvoerder: "Als iemands opa of oma in een buitenland is geboren, maar je ouders en jijzelf zijn in Nederland geboren, dan is het lastig om nog van integratie te spreken."
Het CBS stelt ook dat mensen met wortels in Turkije, Marokko, Suriname, de Antillen en Indonesi毛 zich op veel gebieden sterk manifesteren. "De tweede generatie woont groter, heeft vaker een koophuis, een hogere arbeidsparticipatie, een hoger inkomen, en vaker een hbo- of wo-diploma."
Toch zijn er ook kanttekeningen: jongeren van Marokkaanse en Caribische komaf komen nog gemiddeld vaker voor in verdachte cijfers, al dalen die cijfers ook. Migranten uit vluchtelingenlanden als Syri毛, Eritrea, Irak en Afghanistan hebben het ook moeilijk in Nederland. Zij worstelen op vrijwel alle sociaaleconomische terreinen. De uitzondering zijn kinderen van Iraanse en Afghaanse herkomst. Deze doen vaker dan gemiddeld havo of vwo, en hebben relatief vaak een hbo- of wo-diploma.