De avonturen van Mark: deel 2
Liedjesmaker en rattenvanger Alex Vissering is de beroemdste en befaamdste Ter Apeler van Nederland, als ik mijn rij-instructeur Hilvert moet geloven. En ja, je leest het niet verkeerd, Alex is deels rattenvanger omdat het bestaan als zanger in Ter Apel en omstreken niet genoeg brood op de plank brengt. Het is best van belang om te weten wat de prominente mensen en families zijn in Ter Apel, juist ook omdat dat de mensen zijn die vaak in de organisaties zitten van feestelijke events. Zo zie je dat de grootgrondbezitter en camping-eigenaar Ronald Hut van Moekesgat vaak festivals organiseert en zorgt voor een belangrijke bijdrage aan de cultuur van Ter Apel. En zo heb je ook mannen van de carnavalsvereniging, die cultureel een dikke vinger in de pap hebben. Maar dan heb je dus ook in het bijzonder Alex Vissering, een zanger die al zijn leven lang met zijn eigen tongslag zingt over zijn bestaan, de liefde en de provincie. Hij haat de Randstad. Echt ABN wil hij niet zingen, want het gaat hem niet om nationale bekendheid. Hij is al jarenlang enkel zichzelf. Rattenvanger en zanger Alex, dorpsprominent en muzikant. Daar moest ik mee in contact komen en zo geschiedde.
Een aantal dagen na mijn oproepje bij RTV Noord naar Alex Vissering is het zover en krijg ik voor het eerst een klein briefje in de bus met het telefoonnummer van Alex erop, een post-it briefje dat zo door de bus is gegooid. Ik stel me voor hoe Alex zelf naar mijn huis gewandeld is, omdat mijn adres natuurlijk al door de plaatselijke tamtam wijdverspreid is langs het Ruiten-AA-kanaal. Alles in Ter Apel is vier minuutjes rijden en niet meer dan vijftien minuutjes lopen, dus het heeft hem sowieso niet al te lang gekost. Voor mij voelt het nummer van Alex Vissering in de pocket hebben wel als een milestone in mijn inburgering in Ter Apel, we spreken af om een keer samen te zingen en te kletsen over zijn leven hier. En zijn blik op de Randstad.
Van mijn buren heb ik inmiddels geleerd om achterom te komen en via de achterdeur aan te kloppen bij het huis waar je hebt afgesproken. Achterom naar binnen lopen is iets wat ik in Amsterdam gewoon nooit heb meegemaakt. De gewoonte bij mij in de stad is gewoon altijd via de voordeur naar binnen komen, niet zomaar achterom. Bovendien woon ik op vier hoog samen met twee vrienden in Amsterdam, omdat een huis voor jezelf hebben daar al onbetaalbaar is. Dus binnenkomen via de achterdeur is een luxe die ik uit de stad absoluut niet ken, vanwege de veiligheid alleen al. En natuurlijk door de grond die je daarvoor rondom je huis moet hebben, dat is me al helemaal vreemd. Ik probeer hem te plagen door via de achterdeur met wat geklop zomaar binnen te komen, maar voor hem was er dus niets grappigs aan. Hij had helemaal niet door dat ik een spelletje met hem speelde, voor hem was het doodnormaal dat ik zomaar zijn huis in probeerde te komen. Voor mij wel iets waar aan te wennen valt, want ik merkte al snel dat ik wel wat afstand moest doen van mijn eigen wens voor privacy. De begane grond is blijkbaar in ieders huis een gemeenschappelijke ruimte. Ik moet me hieraan ook zelf gaan aanpassen, alles wat ik niet met de buitenwereld wil delen moet bij mij thuis ook op de bovenste etage gebeuren. Of diep weggestopt in het gangetje in de hal, want alles wat je in de woonkamer op je begane grond doet, daar kan je van uitgaan dat de buurvrouw of buurman het zomaar oppikt of dat je opeens buren in je huis hebt staan zonder dat je een afspraak met ze hebt gemaakt. Ook dat heb ik inmiddels al eens meegemaakt. Dat er een buurvrouw gewoon met haar hoofd door mijn woonkamerdeur heen kwam om me te melden dat ze nog wat taart over had van haar verjaardag. En of we dat samen even op wilden eten. Maar natuurlijk, gezellig, geloof me, dit is enorm wennen, maar ik pas me wel aan aan de Ter Apelse standaard. Want ik ben hier te gast. Dus: hallo Alex Vissering. Ik ontmoet hem in zijn eigen keuken, nadat ik eigenhandig naar binnen ben gelopen. Niks geks, hij vraagt of ik een biertje wil, een Duitse nog wel. Twijfelend pak ik hem aan en neem ik een slok. Wauw! De bieren van onder de rivieren smaken voor mij vaak naar slootwater, Heineken is al een stap in de goede richting, maar dat nog noordelijkere Duitse bier… Dat is iets waar ik zeker wel aan kan wennen! We gaan buiten zitten en ik heb nu al zin om een beetje met hem te zingen en elkaar beter te leren kennen. Ik verwacht veel van onze ontmoeting en hoor zijn provinciaalse nuchterheid die ik in de stad niet zo gewend ben. We verschillen, hebben allebei een andere kijk op het leven. Zo zou ik mezelf wel kapitalist durven noemen en hij is qua blik op de wereld veel dichter aangesloten in het hier en nu. En daarom vooral bezig met de natuur zo onder zijn hagelijke druivenplanten die over zijn tuinhuisje groeien. Waar ik vragen stel over wat zijn doelen zijn en waarom hij nooit de overstap heeft willen maken naar het maken van nationale muziekstukken in ABN (die hem veel verder hadden kunnen brengen) beantwoordt hij die vraag stellig dat het niet is waar hij naar op zoek is. Hij is liever een rattenvanger en liedjesmaker dan een nationale bekendheid. De duale samenleving waar ik in leef, gaat in mijn gesprek met Alex in rook op. De vragen moeten aangepast worden. Alex meet zijn succes aan hoe hij zich voelt, niet aan wat anderen van hem vinden, een wijze les van een man van middelbare leeftijd. Het is een man met een sterke visie en ik ben trots op hem. Natuurlijk is een dorp als Ter Apel in de loop der jaren ook met de tijd mee gegaan, maar het mooie ervan is wel dat je daar soms nog mensen als Alex Vissering ertussen hebt zweven. Al die tijd zo trouw gebleven aan zijn eigen wensen en principes.
Alex Vissering en het gesprek dat ik met hem voer, doen me denken aan Het Dorp, van Wim Sonneveld. Hij is een van die oude bewoners, de tijd is Alex Vissering voorbij gegroeid. Hij is de opa in de Disneyfilm van Up, hij heeft niet toegegeven aan alle Randstedelijke fratsen. En dat is wat ik op dit moment zo fijn vind aan de plaats Ter Apel. Ik begrijp hun afstand, de brug naar de Randstad is te ver. Maar wie is hier nu van ons twee degene die zich zou moeten aanpassen? Niemand denk ik, we kunnen nog veel van elkaar leren.