Femke Halsema draait en wil niet meer spreken over pogrom na Jodenjacht
Daar is ze weer, Femke Halsema! Gisteravond zat ze bij het immer kritiekloze Nieuwsuur om haar straatje als falend burgemeester van Amsterdam schoon te vegen. Onderwerp van gesprek waren uiteraard de rellen en de Jodenjacht in de hoofdstad van tien dagen geleden. Halsema zei dat ze nu niet meer zou spreken over een pogrom. Volgens haar misbruiken Haagse politici het woord om Marokkaanse Amsterdammers te discrimineren.
En dat terwijl ze eerder nog zei dat ze nog altijd achter het woord pogrom stond. De vraag is nu dus wat Halsema bedoelt: was het wél of géén pogrom toen tientallen 'scooterjongeren' en taxichauffeurs uit Amsterdam Nieuw-West de jacht openden op de Maccabi-voetbalsupporters uit Tel Aviv, Israël, die allemaal Joods waren? En waarom zou je het geen pogrom mogen noemen als het alle kenmerken heeft van een pogrom? Een dag na de pogrom van 7 november zei Halsema tijdens een persconferentie zelf nog: "Het was een hit and run. Ik snap heel goed dat dit de herinnering aan pogroms terugbrengt."
Blijkbaar snapt ze dat nu niet meer. Volgens haar is het woord pogrom voor propaganda doeleinden gebruikt. "De Israëlische regering spreekt over een Palestijnse pogrom in Amsterdamse straten. In politiek Den Haag wordt het woord pogrom vooral gebruikt om Marokkaanse Amsterdammers, moslims, te discrimineren. Zo heb ik het niet bedoeld en gewild." Ze haalt uit naar politiek Den Haag en het debat dat in de Tweede Kamer werd gevoerd over het geweld in de stad. "Wij hebben een feitenrelaas gemaakt in de stad, als politie, justitie en gemeente. Meer dan zeven pagina's. Dat heb ik in dit debat niet teruggehoord. Ik heb de feiten niet horen spreken."
Halsema beweert nu ineens dat ze dus helemaal niet bedoelde dat ze de rellen, het opjagen en de mishandelingen daadwerkelijk een pogrom vond. Ze wilde alleen maar het verdriet en angst bij Joodse Amsterdammers tot uitdrukking brengen, zo beweert ze nu.