Desi Bouterse is dood en gecremeerd, maar het zal generaties duren voordat Suriname hem te boven is
PARAMARIBO - Hij werd tussen zes planken door Paramaribo gereden, onder andere langs de plaats waar hij vijftien mensen liet liquideren, daarna werden er urenlang liedjes voor hem gezongen en toen ging de fik erin. Kort samengevat zag de uitvaart van Desi Bouterse, de enige Nederlands sprekende dictator ooit, er gisteren zo uit. Tienduizenden mensen gingen de straat op voor de voormalig legerleider, couppleger, moordenaar, president en drugshandelaar. Tijdens de uitvaartdienst werd er teruggeblikt op zijn leven alsof het een visionair was waar Suriname veel aan te danken heeft.
door Robert Alting
Het woord Decembermoorden viel dan ook niet, wel werden er talloze foto's en filmpjes getoond van Bouterse, spelend met zijn kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Over de tientallen vrouwen en kinderen die in november 1986 onder zijn verantwoordelijkheid door het Nationaal Leger werden vermoord in Moiwana, een dorpje in het oosten van Suriname, werd ook met geen woord gerept. Dat onder zijn leiding de deuren in Suriname wagenwijd werden geopend voor Zuid-Amerikaanse drugskartels en dat hij hoogstpersoonlijk zaken deed met Pablo Escobar, was ook geen onderwerp van gesprek.
Alle aanwezigen bij de afscheidsdienst in het partijcentrum van de NDP, de door Bouterse opgerichte politieke partij, hadden het goed in de oren geknoopt dat over de dode niets dan goed werd gezegd. En dus was Bouterse gisteren in alle verhalen vooral een humoristische man, een gangmaker, een getalenteerd sporter. Iemand die alles deed voor Suriname, die alleen dacht aan het belang van Suriname en haar inwoners. Iemand die elke dag keihard werkte voor het land en zichzelf altijd wegcijferde. Hij was dag en nacht bezig om anderen te helpen, zo werd gezegd. Hij was gul. Een familieman. Een loyale vriend en vooral een liefhebbende echtgenoot, vader, opa en overgrootopa.
Zijn vrouw Ingrid Bouterse-Waldring liet tranen. Zijn in Steenwijk geboren dochter en voormalig ambtenaar in Rotterdam Peggy Bouterse liet tranen. Romano Meriba, een aangenomen zoon van Bouterse die ooit een handgranaat naar de Nederlandse ambassadewoning gooide en werd veroordeeld voor een gewelddadige roofoverval, liet tranen. Zijn in Steenwijk geboren zoon Dino Bouterse was weliswaar verhinderd omdat hij in Amerika een celstraf van zestien jaar uitzit voor het samenwerken met Hezbollah (dat dacht hij tenminste, in werkelijkheid deed hij zaken met undercoveragenten van de CIA), toch liet ook hij in zijn New Yorkse cel tranen, zo droeg iemand namens hem voor.
Niemand repte met een woord over alle financiële crises waar Bouterse het land keer op keer in deed storten. Over de zelfverrijking, de corruptie, de drugscriminaliteit, de uitholling van rechtsstaat, de angst die er voor hem was, geen woord. Niemand sprak over alle doden, over alle verscheurde families. Over alle kinderen die verder moesten proberen te leven zonder hun vermoorde vaders, niks. Niemand had het over alle ouders die hun kinderen verloren. Niemand zei iets over de weduwen die hun echtgenoten kwijtraakten, alleen maar omdat Bouterse, eenmaal aan de macht, er alles voor over had om aan de macht te blijven. Nooit toonde hij berouw, nooit bood hij zijn excuses aan, nooit zocht hij toenadering. Als president greep hij al zijn machtsmiddelen aan om een veroordeling voor de Decembermoorden te voorkomen. Uiteindelijk tevergeefs.
Het werd niet gezegd.
Hij stierf op de vlucht. Kwetsbaar, eenzaam en alleen, ergens in de bossen van Suriname, als een ziek en veroordeeld man, als een kind zo bang voor zijn opgelegde straf van twintig jaar cel. Dat hij dood is, is een zegen voor Suriname, een verlossing, al zien velen in Suriname dat anders. Hij geeft alleen maar aan wat voor een vernietigende indruk hij in de afgelopen 44 jaar op het land en haar inwoners heeft gemaakt. Het zal generaties duren voordat die is uitgewist.
Hieronder foto's van het grote afscheid in Paramaribo: